Spring naar inhoud

Ar­ti­kel: Creati­vi­teit is dur­ven dwa­len

Creativiteit is geen bijzondere gave. Iedereen is creatief, maar je moet de deur er wel voor openzetten. Dat doe je door te improviseren en te dwalen: door je gedachten de ruimte te geven om het niet te weten. 

Dit schrijft wetenschapsjournalist en schrijver Mark Mieras in zijn artikel voor ons Dossier Creativiteit. En dwalen gaat het best als je plezier hebt. Het is belangrijk dat kinderen dat leren. 

Mark Mieras is wetenschapsjournalist en auteur van onder andere 'Ben ik dat?" en 'Liefde'. Hij is gespecialiseerd in hersenontwikkeling, creativiteit en spelgedrag.

Dossier creativiteit - Mark Mieras

Kleine stapjes

Mark Mieras: 'Ooit sprak ik met de Britse uitvinder James Dyson. Hij werd rijk en wereldberoemd door de uitvinding van een nieuw soort stofzuiger, zonder stofzak. Hij vertelde me hoe dat was gegaan. Duizenden prototypen had hij in elkaar geplakt van karton en uitgetest door ze op een ouderwetse stofzuiger aan te sluiten. Het maakte hem eigenlijk niet uit of zijn nieuwste knutsel een verbetering was of juist een mislukking. Alles was welkom. Elke ervaring hielp hem om het principe van zijn stofzuiger beter in de vingers te krijgen. Op een dag was de stofzuiger af. 

"Het is gek," zei Dyson: "Het is alsof je een geweldige uitvinding doet. Maar eigenlijk neem je alleen maar kleine stapjes."

Durf het niet te weten

Ik sprak met veel meer mensen die creatief werk doen en ontdekte dat het meestal zo gaat als bij James Dyson; creativiteit is geen magisch proces, geen exotisch gave — niets bovenmenselijks — maar gewoon de kunst van het zoeken. Iedereen kan het... met de juiste mindset.
Om echt te zoeken moet je durven het niet te weten. Dat is onmisbaar, en best lastig. Kinderen zijn er vaak goed in, volwassenen minder. Als ik zelf iets niet kan vinden, gaat mijn dochter vaak nog even kijken en dikwijls vindt ze het dan wel. Dan heb ik bijvoorbeeld gezocht naar een gele nijptang terwijl het ding in werkelijkheid rood is, en heb ik er daardoor glad overheen gekeken. Aandachtsblindheid heet dat. We zien de wereld zoals we hem verwachten. En we zoeken met de oplossing al in ons hoofd. En dat werkt nogal beperkend. Echt zoeken begint met een open mond. Met durven dwalen.

Dwaalstand

Voor creativiteit moet je dus in de dwaalstand. Maar hoe doe je dat? Wel, improviseren helpt. Liever niet gelijk verlangen naar een kant-en-klare oplossing maar kijken wat je verder brengt. Dat was wat Dyson deed. Hij probeerde en keek wat er gebeurde en vervolgens probeerde hij opnieuw. Veel kunstenaars en ontwerpers werken zo: ze laten zich stap na stap leiden door de verrassing die ze zelf voortbrengen. 

En eerlijk gezegd: met de boeken die ik schrijf gaat het niet anders. Is zo'n boek eenmaal af en gedrukt dan kan ik met verwondering zitten lezen: zoveel kennis, zoveel gedachten zo keurig op een rijtje. In werkelijkheid ontstaat zo'n boek in een grillig proces vol improvisatie: ik schrijf, schrap en verplaats mijn zinnen net zolang tot op een dag alles op zijn plek staat... toevallig. Nou ja, niet helemaal toevallig want ik stop bij elke passage met schrijven, schrappen en verplaatsen op het juiste moment: als ik voel dat het nu goed is. Ik weet zeker dat veel grensverleggende ideeën zó ontstonden; doordat schrijvers, filosofen, wetenschappers met gedachten, zinnen en woorden speelden en er toen ineens iets betekenisvol ontstond. Twee zinnen of twee gedachten die elkaar ontmoetten en samenvloeien tot iets nieuws.

Een onoverzichtelijk proces

Dat samenvoegen van denkflarden gebeurt in de rechter frontaalkwab. Het is een zo onoverzichtelijk proces dat ons bewustzijn er geen getuige van kan zijn. Pas als het af is denken we: 'Hé, goed idee!' Nieuwe ideeën lijken daardoor geboren te worden uit leegte en stilte. Dat proces noemen we 'incubatie'. Mijn gedachten dwalen en improviseren zonder dat ik het weet en zonder dat ik het proces kan sturen. Ik ken wel het resultaat: nadat ik een hele dag vruchteloos gezwoegd heb, valt de oplossing van mijn probleem me plots te binnen op de fiets naar huis, dus toen ik stopte met bewust nadenken. Toen ik mijn hersenen de ruimte gaf.

Plezier heeft geen doel of beloning nodig

Creativiteit vraagt om de afwisseling van open aandacht en leegte. En het lijkt erop dat mensen daar beter in zijn als ze plezier hebben. Vandaar dat succesvolle uitvinders altijd gek zijn op hun werk. En dat Nobelprijswinnaars altijd ogen hebben vol plezier. Alexander Fleming, de uitvinder van de penicilline, werd door zijn baas ooit bekritiseerd dat hij onderzoek deed alsof het een spelletje was. "Inderdaad", schreef Fleming later: "Ik speel met microben. Het is heel leuk om de regels te breken en iets te ontdekken waar niemand nog aan dacht.

Plezier en creativiteit zijn dus verbonden, en dat is logisch. Wie geen lol heeft wil immers snel thuis zijn. En wie snel thuis wil zijn, die heeft een gesloten aandacht en geen geduld voor leegte. Plezier heeft geen doel of beloning nodig. Plezier beloont zichzelf. En dat is wat creativiteit nodig heeft: dat je in je gedachten en maakproces onderweg wilt zijn.

De ruimte om je eigen weg te gaan

Voor samenleving en economie is het belangrijk dat kinderen leren dat onze cognitie zoveel veelzijdiger is als we durven te dwalen. Ik denk dat de kunstvakken zich het beste lenen om dat te leren. Tenminste, wanneer leerlingen open opdrachten krijgen en dus de ruimte om hun eigen weg te gaan. En wanneer we hoge verwachtingen hebben zodat leerlingen niet in één keer klaar zijn. En tenslotte wanneer dat zoeken vol plezier mag zijn.'